Personenrijtuig 22 van de Gooische Stoomtram (GS)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.

Rijtuig GS AB22 werd in 1904 door de fabrikant Wumag als één van een serie van vier (GS22-GS25) aan de Gooische Stoomtam geleverd.

De GS had bij de opening van haar bedrijf een zo groot aantal gesloten rijtuigen in dienst gesteld dat zij jarenlang niet aan uitbreiding behoefde te denken, maar na twintig jaar was dat moment toch gekomen. De GS kocht toen vier rijtuigen van een geheel nieuw type, groter en zwaarder dan de aanwezige, door Wumag ontworpen en tentoongesteld te Brussel. Deze nieuwe rijtuigen 22-25 werden in het bijzonder gebruikt voor de lijn Amsterdam -Laren. Zij bezaten drie afdelingen: eerste klasse (11 zitplaatsen op dwarsbanken), tweede klasse roken (12 zitplaatsen op langsbanken) en tweede klasse niet roken (20 zitplaatsen op een langs-en dwarsbanken).

In Nederland behoorden ze tot de eerste stoomtramrijtuigen, waarbij moderne design-opvattingen een belangrijke rol speelden. De Amerikaanse vormgeving en de afwerking met Jugendstil-details getuigen daarvan. De rijtuigen hebben goed voldaan. Tot aan het einde van het trambedrijf in 1947 zijn ze dienst blijven doen. Daarna kreeg rijtuig 22 een functie als noodwoning in het zogenaamde Tramdorp te Hilversum. Zo kon het rijtuig in deze tijd van woningnood nog nuttige diensten bewijzen.

Rijtuig 22 kreeg in 1942 in de (voormalige) eerste klasse afdeling langs-in plaats van dwarsbanken. Bij de opheffing van het reizigersvervoer op de resten van het Gooise tramwegnet (in 1944 overgenomen door de NBM) in 1948, werden de vier rijtuigen afgevoerd en als noodwoningen te Hilversum geplaatst. Na de ontruiming daarvan in 1974 heeft de Tramweg-Stichting de 22 en het door de NTM inmiddels overgenomen en omgenummerde rijtuig C 302 (ex GS 25) bij de collectie van de Museumstoomtram gevoegd. Van herstel van de C 302 heeft men begin 1983 echter moeten afzien wegens aangerichte vernielingen.

Aan het rijtuig is vanwege zijn historische waarde de hoogste A-status toegekend binnen de Collectie Nederland.

Previous
Next
Specificaties
Cultuurhistorische waarderingA-status 
Bouwjaar1904
Gebouwd doorWumag
Gebouwd voorGooische Stoomtram (GS)
Verworven1974
Staat van het objectWacht op restauratie
LocatieHoorn
Lengte over buffers 14940 mm
Breedte zonder richels 2250 mm
Hoogte v.h. dak zonder uitsteeksels 3250 mm
Spoorbreedte1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen 43 (11 eerste klasse -A-, 32 Tweede klasse -B-)
Aantal vaste staanplaatsen20
Totaal aantal plaatsen 63
Geschiedenis
1904-1947 In dienst als personenrijtuig
1947-1949 Buiten dienst gesteld en opgeslagen
1949-1974 In gebruik als noodwoning
1974 Rijtuig geschonken via Tramweg Stichting aan SHM
1977 Bak gerestaureerd in Geldermalsen
Vanaf 1982 In dienst gesteld bij Museumstoomtram
Heden In afwachting van restauratie

ontdek meer

Personenrijtuig 24 van de Stoomtram-Maatschappij Breskens-Maldeghem (SBM)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.


Personenrijtuig 24 werd gebouwd in 1927 als onderdeel van een serie van dertien rijtuigen (18-30) door de fabriek Allan in Rotterdam. Het rijtuig ging de eerste en tweede klasse reizigers vervoeren op stoomtramlijnen, die in het westen van Zeeuws-Vlaanderen waren aangelegd en in deze periode werden uitgebreid vanuit onder andere Breskens, Cadzand en Sluis en Maldeghem, net over de grens in België. Toen de tram hier in 1949 werd opgeheven, werd de teakhouten rijtuigbak verkocht als zomerhuisje naar Cadzand. Later werd het een kleedlokaal voor een voetbalvereniging in Maldeghem.

Via het Stoomcentrum Maldeghem werd de wagenbak in 1984 verworven door de Stichting Brabant Rail en getransporteerd naar NS werkplaats Roosendaal. Hier werd met de estauratie begonnen. In 1990 werd de bak overgebracht naar de BBA garage te Breda en later naar het terrein van de Machinefabriek Breda. In 1995 kon de Stichting Beheer Museumstoomtram de bak in bruikleen verwerven. Deze werd voorlopig opgeslagen in een loods op het Hoogoven terrein. In 1998 volgde transport naar ons Museum, waar het rijtuig in de loop van 8 jaar in de eigen werkplaats van het museum in Hoorn geheel werd gerestaureerd en van gereconstrueerde draaistellen voorzien. Het rijtuig behoorde tot de laatste voor Nederland gebouwde stoomtramrijtuigen, maar ondanks dat was het toch voorzien van een ouderwetse kolenkachel en olieverlichting. Bij de restauratie is deze verlichting aan de hand van historische foto’s en beschrijvingen geheel nagebouwd.

Rijtuig 24 representeert de geschiedenis van de stoomtram in een deel van Zeeland, op basis waarvan een B-status is toegekend in het landelijke Register Railmonumenten.

Hieronder afbeeldingen van seriegenoten in het oorspronkelijke gebruik en de verdere geschiedenis van ons rijtuig in het bijzonder.

 

Previous
Next
Specificaties
Cultuurhistorische waarderingB-status
Register Railmonumenten
Kerncollectie?Ja
Bouwjaar1927
Gebouwd doorAllan te Rotterdam
Gebouwd voorStoomtram-Mij. Breskens-Maldeghem (SBM)
Verworven1995
Staat van het objectDienstvaardig 
Huidige locatieHoorn 
Lengte over buffers 15180 mm
Breedte zonder richels 2100 mm
Hoogte v.h. dak zonder uitsteeksels 3235 mm
Spoorbreedteoorspronkelijk 1000 mm, bij Museumstoomtram 1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen 43 (14 1e-  en 29 2e. klasse)
Aantal vaste staanplaatsen 20
Totaal aantal plaatsen 63
Geschiedenis
1927-1949In dienst als personenrijtuig
1949-1956In gebruik als zomerhuisje in Cadzand
1956-1984In gebruik als kleedlokaal bij voetbalclub Maldeghem
1984-1995Verkocht aan Stichting Brabant Rail en opgeslagen in Breda
1995In bruikleen naar Museumstoomtram en opgeslagen in Beverwijk
1998

Overgebracht naar Hoorn

2000Aanvang restauratie
2008Restauratie voltooid

ontdek meer

Personenrijtuig BC25 van de Stoomtramweg-Maatschappij Oostelijk-Groningen (OG)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.

De fabrikant Beijnes leverde tot in 1917 een 10 tal rijtuigen aan de OG, BC21-BC28 en C 41-42 (In 1923 zijn er nog 4 door Linke – Hoffmann geleverd)

De rijtuigen die de OG inzette op de in de jaren 1915-1919 geopende lijnen van Winschoten naar Ter Apel, Bellingwolde en Delfzijl, waren de eerste van een nieuw type dat Beijnes (fabrikant) had ontworpen. Opmerkelijk hieraan waren de schuine hoeken van de balkons.

Lees verder…


De OG bestelde van dit type zoals aangegeven twee versies: BC­rijtuigen met 11 zitplaatsen tweede en 20 derde klasse en C-rijtuigen met 37 zitplaatsen (derde klasse). De eerste bezaten twee afdelingen, de laatste één afdeling. Rijtuig BC27 behoort tot die eerste serie

Beijnes kon de door de OG bestelde rijtuigen niet snel afleveren. De indienststelling van de BC 21-28 en C41-42 werd dan ook verspreid over de jaren 1915-1917 de OG heeft in de eerste tijd rijtuigen van de DSM en SOP moeten bijhuren.

Van de gehele serie werden twaalf rijtuigen door Beijnes geleverd en twee (in 1923) door Linke-Hofmann

Alle veertien rijtuigen werden in 1948 bij de opheffing van het trambedrijf der OG afgevoerd, maar vier stuks van de serie BC21-28 werden in 1949 verkocht aan de Centovalli-lijn Locarno -Domodossola, waar zij met de nummers 71-74 in dienst kwamen.

In de jaren 1952-1953 werden zij verbouwd: de balkons werden gewijzigd en de ventilatiekappen werden verwijderd. In 1977 werden zij ook hier afgevoerd, maar rijtuig 73 bleef bestaan en werd in 1982 verworven door de Stichting Brabant-Rail.

Het rijtuig is later overgedragen aan de Museumstoomtram en wacht nu op restauratie, er is daar inmiddels vastgesteld dat de 73 het OG rijtuig nr. BC25 betreft.

Met de LTM’ers 1502 en 1504 beschikt de Museumstoomtram over het complete beeld dat deze “nieuw type” Beijnes rijtuigen destijds hebben neergezet

Previous
Next
Specificaties
Cultuurhistorische waarderingA-status register railmonumenten
Bouwjaar1917
Gebouwd doorFa. Beynes
Gebouwd voorStoomtramweg-Mij. Oostelijk Groningen
(OG)
EigendomMuseumstoomtram
Staat van objectWacht op restauratie
LocatieBenningbroek (opslagdepot)
Lengte over buffers13280 mm
Breedte zonder richels 2400 mm
Hoogte v.h. dak, zonder uitsteeksels  3425 mm
Spoorbreedte1067 mm, voor gebruik bij de Museumstoomtram “om te sporen” naar 1435mm.
Aantal vaste zitplaatsen11 tweede klasse (B), 20 derde klasse (C)
Aantal vaste staanplaatsen22
Totaal aantal plaatsen51
Geschiedenis
1917-1984In dienst als personenrijtuig
1984-1986Verkocht als clublokaal
1986Verkocht aan Stichting Brabant Rail en in opslag
1995In bruikleen overgedragen aan Museumstoomtram en opgeslagen
2012In eigendom overgedragen aan Museumstoomtram
2015In afwachting van restauratie opgeslagen in Benningbroek

ontdek meer

Personenrijtuig 34 van de Ooster Stoomtramweg-Maatschappij (OSM)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.
In 1910 bouwde de firma Allan uit Rotterdam een serie rijtuigen voor de Ooster Stoomtramweg-Maatschappij (OSM). Deze reed onder andere tussen Arnhem en Zeist (later door naar Amersfoort). Een van die rijtuigen was de OSM 34.

De aanschaf van de rijtuigen AB 30-54 was een onderdeel van de modernisering van het OSM ­bedrijf, waarbij stoomlocomotieven werden vervangen door motorwagens en oude rijtuigen afgevoerd. De nieuwe rijtuigen hebben echter ondanks de invoering van motortractie ook gereden in door de stoomlocomotieven vervoerde trams, o.a. omdat gedurende de eerste wereldoorlog niet voldoende motorbrandstof te verkrijgen was.

Lees verder…


Na de elektrificatie van de hoofdlijn van de OSM in de jaren 1922-1924 werden de AB 30-54 in de elektrische dienst gebruikt, maar tot de opheffing van de ook toen nog met stoomtractie geëxploiteerde zijlijn naar Wijk bij Duurstede in 1931 hebben er toch nog in stoomtrams gereden. De AB 34 had overigens reeds vroeg elektrische tractie leren kennen doordat hij in 1919-1921 was verhuurd aan de GETA. (Gemeente Electrische Tram Arnhem)

Tot 1949 heeft het rijtuig dienst gedaan bij de OSM. Eerst in de stoomtrams, later reden hier motortrams. In 1949 is het rijtuig verkocht en verplaatst naar Zeist. Hier heeft de bak van het rijtuig (al zonder onderstel) tot 1952 dienst gedaan als noodwoning. In 1952 is het rijtuig nogmaals verkocht en heeft het tot 2003 in Beusichem dienst gedaan als woning.

In 2003 is de OSM 34 verkocht aan de Stichting Beheer Museumstoomtram. Sindsdien is het rijtuig in afwachting van restauratie. Een kijkje in het rijtuig maakt duidelijk dat het als woning is gebruikt: Zie bij voorbeeld de tegeltjes achterin de wagenbak in de uitvoeriger beeld presentatie van dit rijtuig onderaan de pagina.!

Personenrijtuig OSM 34 heeft de hoogste A-status in het Nationaal Register Mobiel Erfgoed. Het representeert een beeldbepalend type, waarvan 25 exemplaren tientallen jaren dienst hebben gedaan in het centrum van Nederland. Het rijtuig heeft ten opzichte van andere rijtuigtypen in die periode een nogal opvallende vormgeving. Van dit type is rijtuig OSM 34 het enige overgebleven exemplaar.

De AB 30-54 boden 9 zitplaatsen eerste klasse en 21 tweede. De NBM, die in 1927 het bedrijf van de OSM overnam, schafte het klasseonderscheid af en liet de letters bij de nummers vervallen. In 1940 werden de rijtuigen 49 en 53 bij de gevechten om Rhenen ver­nield. In 1943 gingen de 50-51 en in 1944 de 39 en 54 in huur naar de GETA. Deze vier kwamen in 1944 door de gevechten om Arnhem tot stilstand en werden in 1945 gesloopt. De 33 werd in 1945 vernield.

De rijtuigen 41-42 en 44-48 werden in 1946 verkocht aan de RTM. Daar kwamen zij weer terug in stoomtramdienst. De 41,45,46,48 en 42 werden door de RTM met betrekkelijk geringe wijzigingen in 1946 in gebruik genomen als B403-404 en AB 405-407. De 44 en 47 kwamen in 1947 in dienst als BD401-402, nadat er door verbouwing een bagageafdeling in was gemaakt. Hun aantal zitplaatsen was daarbij verminderd tot 21 tweede klasse.

Previous
Next
Specificaties
Cultuurhistorische waardering A-status in het Nationaal Register Mobiel Erfgoed
Bouwjaar1910
Gebouwd doorFa. Allan
Gebouwd voorOoster Stoomtram-Mij. (OSM)
Verworven2003
Staat van het object Wacht op restauratie
LocatieOpslag Benningbroek
Lengte over buffers  12800 mm
Breedte zonder richels  2200 mm
Hoogte v.h. dak, zonder uitsteeksels  3255 mm
Spoorbreedte Oorspronkelijk 1067 mm, voor gebruik bij de Museumstoomtram om te sporen naar 1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen 9 eerste klasse (A), 21 tweede klasse (B)
Aantal vaste staanplaatsen 20
Totaal aantal plaatsen 50

 

Geschiedenis
1910-1949In dienst als personenrijtuig
1949-1952Verkocht als woning naar Zeist
1952-2003Verkocht als woning naar Beusichem
2003Verworven door de Museumstoomtram
2015In opslag in Benningbroek

 

ontdek meer

Personenrijtuig C205 van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.
Werkspoor bouwde in 1911-1915, 51 vierassige rijtuigen IIe en IIle klasse, met „lantaarndak” (BC 38-78) gevolgd in 1916 door zes stuks met dichte balkons (C 201-206, alleen IIle klasse). De NTM had deze rijtuigen nodig voor haar in 3 periodes tussen 1882 en 1916 bijna 300 km grote aangelegde stoomtramnet, waarvoor uiteraard een groot wagenpark nodig was.

Lees verder…


Aan­vankelijk waren ze voorzien van houten langsbanken en gesloten balkons en werden ze speciaal voor scholieren-vervoer gebruikt. In 1935 werden de C 204 en 205 verbouwd om achter de Dieselloc 101 dienst te doen. Het interieur werd afgewerkt met gladde tri­plexplaten en stalen dwarsbanken, terwijl de buitenzijde crème geschilderd werd.

In 1938 werden de 203 en 206 op soortgelijke wijze verbouwd, met dien verstande, dat de ban­ken nu met blauw leer bekleed werden in plaats van met rood leer. Voor zover bekend werd bij de 203 nog een minder geslaagde proef genomen met inbouw van een radio­installatie.

In 1947 ging de hele serie naar de NS met uitzondering van de C 203, die nogal wat oorlogsschade had opgelopen.

Rond 1948 werden ze afgevoerd en enkele rijtuigen gingen als tuinhuisjes en schuren dienst doen. In 1967 werd één exemplaar gevonden in het Westland bij Den Hoorn en met veel moeite lukte het, het rijtuig d.m.v. een stukje smalspoor uit het weiland te halen.

Na de volledige restauratie werd de NTM C205 weer in dienst gesteld en doet nu nog regelmatig dienst in een van de historische trams van de Museumstoomtram. De NTM C205 heeft nu 2 afdelingen met elk 2 langs banken met 10 plaatsen. Totaal dus 40 derde klasse zitplaatsen. Op de balkons zijn 8 staanplaatsen. Het rijtuig verkeert nu in de staat die het tussen 1919 en 1935 had.

Previous
Next
Specificaties
Bouwjaar1916
Gebouwd doorWerkspoor
Gebouwd voorNederlandse Tramweg Mij. (NTM)
Verworven1969
Staat van het objectDienstvaardig
LocatieHoorn
Lengte over buffers14088 mm
Breedte zonder richels 2100 mm
Hoogte v.h. dak zonder uitsteeksels 3335 mm
Spoorbreedte1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen 38 (derde klasse -C-)
Aantal vaste staanplaatsen 16
Totaal aantal plaatsen 54
Geschiedenis
1916-1951In dienst als personenrijtuig
1951-1969Verkocht als woning naar Den Hoorn (Westland)
1969-1987Geschonken aan Tramweg Stichting en opgeslagen
1987-1995Overgebracht naar Hoorn en opgeslagen
1995Grote herstelling naar toestand 1926 en in dienst gesteld

ontdek meer

Personenrijtuig AB334 van de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij (RTM)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.

De maatschappij waarvoor dit rijtuig in dienst gesteld is, is de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM). Dit bedrijf bediende een uitgebreid lijnen net van stoomtrams, veerdiensten en later busdiensten op de Zuid Hollandse en Zeeuwse eilanden, zie de kaart, die hieronder weergegeven wordt.

De eerste series rijtuigen in dienst van de maatschappij waren van het vroege stoomtram type, met tondak, dan wel 2 assige ex paardetram rijtuigen en waren in gebruik op de normaalspoor stoomtramlijnen van de RTM tussen Rotterdam en Delfshaven/Schiedam. In 1904 deed de RTM afstand van dit net, het werd electrisch en kwam in eigendom bij de RET(M)

Ten behoeve van het tussen 1898 en ca. 1910 tot stand gekomen zeer uitgebreide smalspoor (1067mm) eilandennet van de RTM ten zuiden van Rotterdam waren veel rijtuigen nodig.

Dit in 1898 door fabrikant La Métallurgique geleverde rijtuig AB334 behoort tot de eerste serie van 10 stuks (AB 326-335) voor dit net en kan in feite beschouwd worden als het prototype van het “standaard type stoomtram rijtuig” van de Nederlandse stoomtramwegen. Op een achttal eersteklasserijtuigen na heeft de RTM alle rijtuigen voor haar “eilandennet” volgens dit ontwerp laten bouwen. De afleveringen liepen ongeveer parallel met de opening der opeenvolgende lijnen

Het model heeft, qua specificaties, veel gemeen met de stoomtramrijtuigen, als destijds in gebruik bij de Tweede Noord Hollandsche Tramweg Maatschappij op haar diensten in Noord Holland tussen Amsterdam en Alkmaar via Purmerend en naar (Volendam via) Edam. De wijzigingen daarop betroffen voor de RTM vooral het uiterlijk; rechte zijwanden, teakhouten bekleding en een gesloten balkon.  Een voorbeeld dat later door veel stoomtram maatschappijen werd gevolgd.

Het AB rijtuig beschikte over een eerste en een tweede klasse afdeling, eerste klasse met pluche kussens en de tweede, spartaans, op houten banken. De tram was tot 1930 een duur vervoermiddel en er werd door de reizigers, die zich dat -reizen- al konden permitteren, relatief veel in eerste klasse gereisd. (A staat voor eerste en B voor tweede klasse)

Wij mogen met dit rijtuig dus spreken van een “piece de resistance” als voorbeeld van een belangrijk punt in de ontwikkeling van de stoomtram in Nederland. Het wijkt ook enigszins af van de latere series standaardrijtuigen, het rijtuig is vanwege afwijkende draaistellen, ca. 10 cm. Lager.

Wij prijzen ons zeer gelukkig, dat wij dit rijtuig hebben kunnen verkrijgen en in haar oorspronkelijke glorie, maar naar normaalspoor omgespoord en technisch aangepast aan de eisen van het gebruik in onze zware dienst, hebben kunnen herbouwen. Het is het oudste in Nederland aanwezige en nog (weer) rijvaardige stoomtramrijtuig. 

Hieronder een indruk van de diverse stadia tussen oorspronkelijke en huidige dienst, uit- en inwendig.

Previous
Next
Specificaties
Cultuurhistorische waardering

B-status: Het rijtuig is een attractief onderdeel van de collectie door zijn opmerkelijkegeschiedenis als oudste representant van het Métallurgique rijtuigtype bekleed metschroten en voorzien van gesloten balkons

Bouwjaar1898
Gebouwd doorLa Métallurgique
Eigendom vanMuseumstoomtram
Staat van objectDienstvaardig
Lengte over buffers13800 mm
Breedte zonder richels2100 mm
Hoogte v.h. dak, zonder uitsteeksels2985 mm
SpoorbreedteOorspronkelijk 1067 mm, bij de Museumstoomtram 1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen14 eerste klasse (A), 29 tweede klasse (B)
Aantal vaste staanplaatsen24
Totaal aantal plaatsen67
Geschiedenis
1898Gebouwd door La Metallurgique -België, smalspoor 1067 mm 
1898-1949In dienst als personenrijtuig, deed tot 1949 vanuit Rotterdam dienst op de Zuid-Hollandse eilanden
1949Verkocht, werd tot 1955 douane kantoortje in Gelderland
1955

Bak staat op de Bakkersweg te Maarsbergen. Werd verhuurd aan een losarbeider. Deze had een huurcontract tot 1962, daarna moest de bak weg. Tijdens restauratie is het huurcontract van de periode in Maarsbergen gevonden

1962

Bak gaat naar Rijswijk (Gld), aanvankelijk als woning, later werd hij gebruikt voor opslag van auto-onderdelen van garagebedrijf Van Os

1996Bak geruild voor twee zeecontainers en overgebracht naar opslag Museumstoomtram in Beverwijk
1998Overgebracht naar opslag in Zwaag, later Hoorn
2011Bak geheel gedemonteerd, aanvang restauratie
2015Op 27 maart 2015 is het rijtuig rijvaardig opgeleverd en op 14 mei (Hemelvaartsdag) in dienst genomen

ontdek meer

Personenrijtuig AB341 van de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij (RTM)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.

Rijtuig AB341 behoorde tot de derde serie rijtuigen die door La Métallurgique voor de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) zijn vervaardigd, de nummers AB338 – AB345.

Deze rijtuigen waren nodig ten behoeve van het eilanden net, de lijnen ten zuiden van Rotterdam. De RTM bestelde een groot aantal rijtuigen van dit model, waarbij de maatschappij de trend had gezet voor dit Nederlandse rijtuigmodel met haar eerste proefserie AB326-AB335 uit 1898, van welke serie prototypes wij de 334 inmiddels in gebruik hebben. Uiteindelijk kan gesteld worden dat dit het standaard type Nederlands stoomtramrijtuig is geworden, hetgeen door de meeste Nederlandse fabrieken van spoor-en tramweg materieel is gebouwd.

Net als de 334 is dit rijtuig uit de dienst, in gebruik genomen als woning, in dit geval aan de Lage Dijk in Charlois in Rotterdam, waar het, met een aantal andere ex “OV” bakken, een dorpje vormde, dit rijtuig was het laatste restant hiervan. De laatste eigenaar/bewoner had bepaald dat het rijtuig na zijn dood aan de Stoomtram Hoorn Medemblik geschonken moest worden.

Wij hebben dit geschenk uiteraard in dank ontvangen en de bak is in 1999 door ons opgehaald in Charlois en wacht nu op restauratie in de opslag in Benningbroek.

Hieronder een indruk van de diverse stadia van ontwikkeling rondom deze serie en dit rijtuig in het bijzonder. Het oude interieur is niet het oorspronkelijke, voor die uitvoering zie 334, maar de gerenoveerde versie (in casu de 342), maart 1946.

 

Previous
Next
Specificaties
Cultuurhistorische waarderingC status
Bouwjaar1900
Gebouwd doorFa. Métallurgique
Gebouwd voorRotterdamse Tramweg Mij. (RTM)
Verworven1999
Staat van objectWacht op restauratie.
LocatieBenningbroek (opslagdepot)
Lengte over buffers 13940 mm
Breedte zonder richels2100 mm
Hoogte v.h. dak zonder uitsteeksels3150 mm
Spoorbreedteoorspronkelijk 1067 mm, bij SHM “om te sporen” naar 1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen 14 (eerste klasse -A-) 29 (tweede klasse -B-)
Aantal vaste staanplaatsen 24
Totaal aantal plaatsen67
Geschiedenis
1900-1950In dienst als personenrijtuig
1950-1999Verkocht als woning naar Rotterdam
1999Geschonken aan Museumstoomtram en opgeslagen in afwachting van restauratie
2015Opgeslagen in Benningbroek, in afwachting van restauratie

ontdek meer

Personenrijtuig AB370 van de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij (RTM)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.

De AB370 (AB360-374, in dienst in 1905) behoorde tot de zevende serie in lijn, sinds de introductie van het model in 1898 (ons rijtuig 334 is één uit de proto-serie van 10)  en dit rijtuig is onderdeel van de tweede serie die door Haine voor de RTM geproduceerd werd.

Op een achttal eersteklasse rijtuigen na heeft de RTM alle rijtuigen voor haar “eilandennet” volgens dit ontwerp laten bouwen. De afleveringen liepen ongeveer parallel met de opening der opeenvolgende lijnen. De indiensstelling van deze serie loopt mee met de ingebruikname van het net op Voorne-Putten, het “duo-eiland” ten zuiden van Rotterdam onder de Nieuwe Maas.

Bij de opheffing van de RTM werd dit rijtuig verkocht aan de Tramweg Stichting, een stichting die zich sterk maakt voor het behoud, herstel en de exploitatie van historisch Nederlands trammaterieel. Het rijtuig werd, zoals zoveel materieel van deze Stichting opgeslagen in Hoorn.

In 1973 werd de eerste klasse van dit rijtuig door de vrijwilligers van de inmiddels opgerichte Stoomtram Hoorn- Medemblik verbouwd tot buffet ruimte, welke verbouwing in 1977 ongedaan werd gemaakt, het werd weer een eerste klasse afdeling. Het rijtuig heeft aldus dienstgedaan tot 1985, in de wacht voor een grote beurt.

De grote herstelling vond plaats in onze werkplaats in Hoorn in 1995, waarna het rijtuig weer in dienst werd gesteld. Een vijftien tal jaren later bleek dat de rijtuigbak (oftewel de carrosserie) inmiddels ook extra attentie behoefde, zodat de wagen in 2011 weer in de loods ingenomen werd voor groot herstel aan die bak.

In maart 2013 was het hele rijtuig weer in tip top conditie en werd het weer in gebruik genomen.

Hieronder een serie foto’s uit het leven van dit rijtuig en de serie waartoe het behoorde.

Previous
Next
Specificaties
Cultuurhistorische waarderingC status
Bouwjaar1905
Gebouwd doorHaine St. Pierre
Gebouwd voorRotterdamsche Tramweg Mij. (RTM)
Verworven1966
Staat van objectDienstvaardig
LocatieHoorn
Lengte over buffers 13940 mm
Breedte zonder richels2100 mm 
Hoogte v.h. dak zonder uitsteeksels 3150 mm
SpoorbreedteOorspronkelijk 1067 mm, bij de Museumstoomtram 1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen 14 (eerste klasse -A-) 29 (tweede klasse -B-)
Aantal vaste staanplaatsen  24
Totaal aantal plaatsen  67
Geschiedenis
1905-1966In dienst als personenrijtuig op de tramlijnen naar de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden vanuit Rotterdam
1966-1973Verkocht aan Tramweg Stichting en opgeslagen in Hoorn
1973Grote herstelling, waarbij 1e-klasse is omgebouwd tot buffet
1977Buffet vervangen door 1e-klasse interieur
1985Buiten dienst gesteld
1995Grote herstelling en in dienst gesteld bij de Museumstoomtram
2011In werkplaats Hoorn voor groot onderhoud aan rijtuigbak
2013Begin maart uit werkplaats en weer in dienst genomen

ontdek meer

Personenrijtuig AB395 van de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij (v/h.Stoomtram Tiel-Buren-Culemborg -TBC- AB 2)

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.

 

De fabrikant Allan leverde dit rijtuig in 1906 als onderdeel van een serie van zes aan de Tramlijn Tiel-Buren- Culemborg (TBC) -AB1- AB6-, vijf van deze rijtuigen zijn door de RTM overgenomen na het opheffen van de TBC.

De TBC volgde bij de keus van het rijtuigtype voor haar lijn Tiel -Culemborg de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij (RTM). De zes rijtuigen die zij in dienst stelde, werden in 1918, toen de TBC haar bedrijf had opgeheven overgenomen door de RTM, die destijds dringend om een aantal rijtuigen verlegen zat. Met die aankoop verkreeg zij een aanvulling die uitstekend bij haar eigen rijtuigen paste en kwalitatief nog wel iets beter was.

Dat de RTM behoefte had aan rijtuigen, blijkt wel uit het feit dat zij deze TBC-rijtuigen, namelijk de AB 1-2 en AB4-6, in gebruik nam voordat er de voor hen bestemde nummers uit de reeks AB 394-399 op waren aangebracht. De goede kwaliteit van deze rijtuigen heeft er zeker toe bijgedragen dat zij tot het eind van de tramwegexploitatie in 1966 bij de RTM dienst hebben gedaan, de laatste jaren uiteraard uitsluitend in motortrams.

Er waren in deze rijtuigen 14 zitplaatsen eerste klasse en 29 tweede.

Na de tweede wereldoorlog heeft de RTM ook in deze rijtuigen het interieur gewijzigd, hetgeen resulteerde in een vermindering van het aantal zitplaatsen in de ene afdeling tot 12 en in de andere tot 24 (eenpersoons dwarsbanken in plaats van de langs bank)

Na hun afvoer in 1966 zijn de zes rijtuigen opgenomen in de collectie van de Tramweg-Stichting. De AB 395 werd in 1976 na wijziging van de draaistellen voor 1435 mm-spoor bij het rijtuigpark van de Museumstoomtram gevoegd. De andere vijf bevinden zich in het Rijdend Tram Museum te Hellevoetsluis.

Voor de dienst in motortrams had de RTM in de jaren dertig enkele van deze rijtuigen voorzien van o.a. Rosé-kachels. Daarom stonden er schoorsteentjes op het dak. De vultrechters zijn op onderstaande tweede foto (RTM tijd) te zien bij de stelbalk .

Previous
Next
Specificaties

Cultuurhistorische waardering

C status
Bouwjaar1906
Gebouwd doorFa. Allan
Gebouwd voorStoomtram Tiel-Buren-Culemborg (TBC)
Verworven1966
Staat van objectIn afwachting restauratie tot TBC2
LocatieHoorn
Lengte over buffers13940 mm
Breedte zonder richels 2100 mm
Hoogte v.h. dak zonder uitsteeksels 3470 mm
SpoorbreedteOorspronkelijk 1067 mm, bij de Museumstoomtram 1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen 14 (eerste klasse -A-) 29 (tweede klasse -B-)
Aantal vaste staanplaatsen 24
Totaal aantal plaatsen 67
Geschiedenis
1906 In dienst als personenrijtuig AB2 bij TBC
1918 Verkocht aan Rotterdamsche Tramweg Mij. (RTM)
1965 Buiten dienst gesteld
1966 Verkocht aan Tramweg Stichting en opgeslagen in Hellevoetsluis
1971 Overgebracht naar Hoorn
1976 In dienst gesteld na grote herstelling
Heden In afwachting restauratie tot TBC 2


ontdek meer

Personenrijtuig NS BC423 van de Nederlandse Spoorwegen ('Dikke rijtuigen')

Houten personenrijtuig op twee draaistellen.
De fabrikant Werkspoor leverde dit rijtuig in 1920 als onderdeel van een serie van 20 door de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM) bestelde maar deels direct aan de HSM (later NS) doorgeleverde rijtuigen

Het rijtuig is één van de drie rijtuigen in het bezit van de Museum Stoomtram Hoorn-Medemblik, overgebleven uit deze serie, besteld door de NTM, om aan de verwachte toeneming van het reizigervervoer in Friesland het hoofd te kunnen bieden, de serie was genummerd BC79-BC98.

Deze rijtuigen waren voor trammaterieel breed uitgevoerd, vandaar ook de latere bijnaam, dat “brede/dikke” gaf ze een grotere capaciteit. Ze waren verdeeld in een tweede en derde klasse afdeling. -24 zitplaatsen tweede (B) klasse en 32 derde (C) klasse.

Lees verder…


De aanschaf van deze rijtuigen betekende een grote kostenpost voor de NTM en omdat, ten tijde van de bestelling een nieuwe, nooit gerealiseerde, lijn (Smilde –Roden) in de planning opgenomen was, werden zeven rijtuigen uit deze serie nog vóór in dienst stelling bij de NTM door de HSM (voorganger van de latere NS) overgenomen. Dit waren de rijtuigen die bij de NTM de nummers BC92-BC98 zouden hebben gekregen. De HSM nummerde ze 90-96 en na de fusie van 1921 werden ze in het NS schema opgenomen als BC421-BC427. Dit rijtuig is er dus één uit deze serie.

Door wijziging van de B- in een C-afdeling werden de nummers in 1926 gewijzigd naar C421-427 (geheel derde klasse). Zij werden ingezet op de tramlijnen naar Bergen aan Zee en Wageningen.

Dit rijtuig is in 1955, na de de sluiting van de tramlijn Alkmaar –Bergen aan Zee door NS afgevoerd.

De bakken van de C423, C425 en BC87 (NTM…later NS BC455) zijn later teruggevonden en voor restauratie aan de collectie van de Museumstoomtram gevoegd. Inmiddels maakt de restauratie van het rijtuig grote vorderingen. Dit is het eerste museumstuk dat in het kader van het project Tram voor Bello wordt aangepakt. Samen met Bello en NS6513, alsmede  bagagewagen NS Dt406 (ex NTM E137), kunnen dan tramstellen worden samengesteld, zoals die gereden hebben op de lijnen:

Alkmaar – Bergen aan Zee

Ede – Wageningen

Previous
Next
Specificaties
Cultuurhistorische waardering

Het rijtuig heeft in het Register Railmonumenten een A-status gekregen. In combinatie met locomotief NS7742 (Bello), de rijtuigen BC425, BC87/BC455 en Dt406 vormt het rijtuig een A-status als kompleet ensemble Bello-stoomtram

Bouwjaar1920
Gebouwd doorWerkspoor
Gebouwd voorHollandsche IJzeren Spoorweg-Mij. (HSM), na de fusie (1937) Nederlandsche Spoorwegen (NS) 
Verworven1994
Staat van objectIn restauratie
LocatieWerkplaats Hoorn (Bello Atelier)
Lengte over buffers13940 mm
Breedte zonder richels2916 mm
Hoogte v.h. dak zonder uitsteeksels 3650 mm
Spoorbreedte1435 mm
Aantal vaste zitplaatsen 24 (tweede klasse -B-) 32 (derde klasse -C-)
Aantal vaste staanplaatsen 20
Totaal aantal plaatsen76
Geschiedenis
1920-1948Oorspronkelijk besteld door de NTM, maar waren al gelijk boventallig en overgenomen door, en in dienst gesteld als personenrijtuig bij, de HSM en later bij NS (oorspronkelijke nummering NTM: BC 94, HSM  BC92) NS. Nr. (B)C423
1948-1994Verkocht en als woning in gebruik te Westerland op Wieringen
1994Geschonken aan de Museumstoomtram
2003Voor opslag naar Beverwijk gebracht
2004 – 2014Overgebracht naar Hoorn
2016 – 2019Voorbereiding van de restauratie als onderdeel van het project TRAM VOOR BELLO, in 2019 in uitvoering genomen

ontdek meer