Personenrijtuigen

De collectie rijtuigen van de Museumstoomtram is onder te verdelen in twee hoofdgroepen: de oorspronkelijke Nederlandse stoomtramrijtuigen en de lokaalspoorrijtuigen. De eerste groep deed vroeger dienst op de vele stoomtramlijnen in Nederland. De tweede groep reed in beginsel op de (hoofd- en) lokaalspoorwegen van NS, hoewel een groot deel van deze rijtuigen bij de Museumstoomtram uit het buitenland afkomstig is.

Lees verder…


Op een enkele uitzondering na worden beide typen rijtuigen niet door elkaar gebruikt: u zult in een tram dus alleen tramrijtuigen, of alleen lokaalspoorrijtuigen aantreffen. Behalve een nummer, hebben rijtuigen ook een letteraanduiding. Daarbij staat A voor 1e klasse, B voor 2e klasse en C voor 3e klasse. (Voorts werd de letter D gebruikt om een bagagewagen of -afdeling aan te duiden).

Bij de museumstoomtram komt de 1e klasse alleen voor in rijtuigen van voormalige stoomtrambedrijven; die interieurs zijn rijk ingericht met veelal pluche banken of kussens. De 2e klasse moet het in die rijtuigen stellen met houten banken. Op de hoofd- en lokaalspoorwegen kende men oorspronkelijk 3 klassen; de rijtuigen die bij de Museumstoomtram dienst doen deden dienst op lokaalspoorwegen, en die werden vaak niet belangrijk genoeg geacht om een 1e klasse te rechtvaardigen. Deze rijtuigen kennen dus alleen 2e en/of 3e klasse, waarbij de laatste slechts houten banken biedt. De 2e klasse heeft met kunstleer beklede banken.